Напортить in het nederlands

Vertaling: напортить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toetakelen, afraffelen, schenden, bederven, havenen, stukmaken, verwennen, verknoeien, beschadigen, puinhoop van, potje van, wirwar van
Напортить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • напороться in het nederlands - beproeving, proef, poging, werken, functioneren, toets, toetsing, ...
  • напортачить in het nederlands - gebieder, afraffelen, hoofd, aanvoerder, patroon, chef, opperhoofd, ...
  • напоследок in het nederlands - eindelijk, tenlaatste, tenslotte, uiteindelijk, ten slotte
  • направить in het nederlands - recht, besturen, rechtop, objectief, direct, rechtstreeks, toeleg, ...
Willekeurige woorden
Напортить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: toetakelen, afraffelen, schenden, bederven, havenen, stukmaken, verwennen, verknoeien, beschadigen, puinhoop van, potje van, wirwar van