Нарушать in het nederlands

Vertaling: нарушать, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verbreken, doorbreken, schorsing, breken, hinderen, affronteren, pauze, storen, beledigen, onderbreking, verstuiken, ontwrichten, bres, schenden, stukbreken, verstoren, breuk, vakantie
Нарушать in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • наручник in het nederlands - handboei, handcuff, handboeien, hand boei, boei
  • наручники in het nederlands - handboeien, handcuffs, hand boeien, boeien, meegevoerde
  • нарушаться in het nederlands - bestaan, zijn, verkeren, leven, gebroken, uitgesplitst, verbroken, ...
  • нарушающий in het nederlands - violative, overtreedt, overtredingen in strijd, overtredingen in strijd met
Willekeurige woorden
Нарушать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: verbreken, doorbreken, schorsing, breken, hinderen, affronteren, pauze, storen, beledigen, onderbreking, verstuiken, ontwrichten, bres, schenden, stukbreken, verstoren, breuk, vakantie