Начать in het nederlands
Vertaling: начать, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
baseren, beginnen, aanbreken, aanbinden, activeren, lanceren, begin, gronden, afstammen, oprichten, beginner, ingaan, vestigen, aanzetten, stichten, ontketenen, begint, te beginnen, beginnen met
Verwante woorden
Vertalingen
- начальствующий in het nederlands - hoofd, voornaamste, chef, baas, patroon, gebieder, kapitaal, ...
- начатки in het nederlands - rudimenten, rudiments, eerste beginselen, beginselen, grondbeginselen
- начаться in het nederlands - ontstaan, activeren, aanhef, intrede, aanzetten, ingaan, aanvang, ...
- начернить in het nederlands - zwart maken, zwart worden, zwart te, zwart te maken, bekladden
Willekeurige woorden
Начать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: baseren, beginnen, aanbreken, aanbinden, activeren, lanceren, begin, gronden, afstammen, oprichten, beginner, ingaan, vestigen, aanzetten, stichten, ontketenen, begint, te beginnen, beginnen met
Vertalingen: baseren, beginnen, aanbreken, aanbinden, activeren, lanceren, begin, gronden, afstammen, oprichten, beginner, ingaan, vestigen, aanzetten, stichten, ontketenen, begint, te beginnen, beginnen met