Облицевать in het nederlands

облить in het nederlands - stortregenen, watersnood, vocht, gieten, zondvloed, watervloed, vloed, ...
облиться in het nederlands - kraam, stalletje, huisje, tent, luifel, keet, loods, ...
облицовка in het nederlands - afdekking, dek, voering, bekleding, lining, binnenvoering, voering van
облицовывать in het nederlands - gedurfdheid, gezicht, kabel, vissnoer, ambacht, uitzicht, sim, ...

Willekeurige woorden

afzijdig

dwerg

pensioen in het engels

saletjonker in het engels

standhouden in het engels

tafereel in het engels

tarief in het engels

trans in het engels

valies in het engels

Облицевать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: grijns, aanzien, air, gedurfdheid, vermetelheid, toet, lef, uitzicht, durf, aanblik, stoutheid, gezicht, aangezicht, kijk, gelaat, oblitsevat