Оборудовать in het nederlands

оборудование in het nederlands - aanpakken, ameublement, set, uitrusting, gewas, inboedel, stel, ...
оборудованный in het nederlands - ingericht, uitgerust, uitgeruste, ingerichte, voorzien
оборыш in het nederlands - rest, oborysh
обоснование in het nederlands - rechtvaardiging, verantwoording, motivering, gerechtvaardigd, de motivering

Willekeurige woorden

bolwerk

evenaar

aanaarden in het engels

dimensie in het engels

ei in het engels

sterretje in het engels

toeluisteren in het engels

Оборудовать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: uitvoeren, aanstellen, uitrusten, werktuig, toerusten, middel, benoemen, gereedschap, rusten, uit te rusten, te rusten