Обучать in het nederlands

Vertaling: обучать, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
breuk, doorbreken, afbreken, erkennen, stukbreken, stilte, schorsing, dresseren, biechten, verbreken, bres, kampeerwagen, gevolg, grootbrengen, interruptie, afleren, trein, de trein, train, treinstation, treinen
Обучать in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • обуться in het nederlands - zet, gezet, zetten, te zetten, zette
  • обух in het nederlands - leiden, rugstuk, hoofd, achterste, baas, opperhoofd, onderschrift, ...
  • обучаться in het nederlands - leren, aanleren, vernemen, trein, de trein, train, treinstation, ...
  • обучение in het nederlands - kunstrichting, opleiden, dresseren, aanleg, reportage, voorbereiding, rapport, ...
Willekeurige woorden
Обучать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: breuk, doorbreken, afbreken, erkennen, stukbreken, stilte, schorsing, dresseren, biechten, verbreken, bres, kampeerwagen, gevolg, grootbrengen, interruptie, afleren, trein, de trein, train, treinstation, treinen