Объезжать in het nederlands
Vertaling: объезжать, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
rust, opleiden, stilte, tros, afbreken, gevolg, pauze, schorsing, coachen, stukbreken, bres, gaping, schenden, opening, breuk, onderbreking, bypass, rondweg, omzeilen
Verwante woorden
Vertalingen
- объездить in het nederlands - reis, gaan, karren, lopen, reizen, rijden, varen, ...
- объездчик in het nederlands - opzichter, opziener, overseer, toezichthouder, voorman
- объект in het nederlands - etablissement, mikpunt, thema, schietschijf, unit, instelling, honk, ...
- объектив in het nederlands - doelstelling, honk, doel, schietschijf, lens, doelwit, objectief, ...
Willekeurige woorden
Объезжать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: rust, opleiden, stilte, tros, afbreken, gevolg, pauze, schorsing, coachen, stukbreken, bres, gaping, schenden, opening, breuk, onderbreking, bypass, rondweg, omzeilen
Vertalingen: rust, opleiden, stilte, tros, afbreken, gevolg, pauze, schorsing, coachen, stukbreken, bres, gaping, schenden, opening, breuk, onderbreking, bypass, rondweg, omzeilen