Означать in het nederlands
Vertaling: означать, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hebzuchtig, vrekkig, betekenen, pinnig, afleiden, beduiden, inhalig, betovering, uitduiden, aangeven, spellen, schraperig, uitbeelden, aanwijzen, invoeren, verbeelden, bedoelen, bedoel, betekent, gemiddelde
Verwante woorden
Vertalingen
- ознаменовывать in het nederlands - fuiven, celebreren, sein, feestvieren, merkteken, opdragen, voorteken, ...
- означает in het nederlands - middelen, middel, behulp, via, wijze
- означающий in het nederlands - betekenende, beduidde, betekenisgeving, betekenisvolheid, betekenisgevende
- озноб in het nederlands - kil, koud, koorts, koel, bekoelen, stijfheid, rillingen, ...
Willekeurige woorden
Означать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: hebzuchtig, vrekkig, betekenen, pinnig, afleiden, beduiden, inhalig, betovering, uitduiden, aangeven, spellen, schraperig, uitbeelden, aanwijzen, invoeren, verbeelden, bedoelen, bedoel, betekent, gemiddelde
Vertalingen: hebzuchtig, vrekkig, betekenen, pinnig, afleiden, beduiden, inhalig, betovering, uitduiden, aangeven, spellen, schraperig, uitbeelden, aanwijzen, invoeren, verbeelden, bedoelen, bedoel, betekent, gemiddelde