Оснащение in het nederlands

оснастка in het nederlands - tuigen, meubels, optakelen, inboedel, optuigen, spoorwagen, wagon, ...
оснащать in het nederlands - uitrusten, bekwaam, aanpassen, voegen, monteren, aanval, geschikt, ...
оснащенность in het nederlands - uitrusting, inrichting, accommodatie, apparatuur, materieel, materiaal, machines
основа in het nederlands - karkas, grond, grondslag, pit, fundering, raam, baseren, ...

Willekeurige woorden

schraperig

z'n

bedroefdheid in het engels

fictie in het engels

tuit in het engels

veronderstellen in het engels

Оснащение in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: machines, complet, inrichting, aanpakken, set, uitrusting, stelletje, machinerieën, stel, accommodatie, apparatuur, materieel, materiaal