Относить in het nederlands
Vertaling: относить, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
elimineren, kiezen, beslaan, opheffen, halen, eisen, moeten, aanbrengen, uitpikken, wegdoen, bezetten, afzetten, toelaten, nagaan, overwegen, ontvangen, attribuut, eigenschap, kenmerk, attributen
Verwante woorden
Vertalingen
- относительность in het nederlands - relativiteit, betrekkelijkheid, relativiteitstheorie, de relativiteitstheorie, de relativiteit
- относительный in het nederlands - relatief, verwant, bloedverwant, betrekkelijk, familielid, relatieve
- относиться in het nederlands - verhalen, benutten, aanwenden, opleggen, aandoen, leugen, zetten, ...
- относы in het nederlands - geldt, van toepassing, toepassing, past, toepassing is
Willekeurige woorden
Относить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: elimineren, kiezen, beslaan, opheffen, halen, eisen, moeten, aanbrengen, uitpikken, wegdoen, bezetten, afzetten, toelaten, nagaan, overwegen, ontvangen, attribuut, eigenschap, kenmerk, attributen
Vertalingen: elimineren, kiezen, beslaan, opheffen, halen, eisen, moeten, aanbrengen, uitpikken, wegdoen, bezetten, afzetten, toelaten, nagaan, overwegen, ontvangen, attribuut, eigenschap, kenmerk, attributen