Отправлять in het nederlands
Vertaling: отправлять, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bedrijven, boot, opdagen, doorgeven, vaartuig, gebruik, afhandelen, schip, aanmaken, aanvaller, uitoefenen, expediëren, voorwaarts, afzenden, sturen, vooruit, verzenden, versturen, zenden, opsturen
Verwante woorden
Vertalingen
- отправка in het nederlands - toer, levering, vervoer, aflevering, tocht, bezorging, lading, ...
- отправление in het nederlands - levering, beoefenen, aanwenden, aanbinden, plaats, betrachten, aanhef, ...
- отправляться in het nederlands - maken, fiat, aanvang, aanmaken, verroeren, voortgaan, reizen, ...
- отправной in het nederlands - voorletter, initiaal, beginnend, starten, beginnen, start, begint
Willekeurige woorden
Отправлять in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: bedrijven, boot, opdagen, doorgeven, vaartuig, gebruik, afhandelen, schip, aanmaken, aanvaller, uitoefenen, expediëren, voorwaarts, afzenden, sturen, vooruit, verzenden, versturen, zenden, opsturen
Vertalingen: bedrijven, boot, opdagen, doorgeven, vaartuig, gebruik, afhandelen, schip, aanmaken, aanvaller, uitoefenen, expediëren, voorwaarts, afzenden, sturen, vooruit, verzenden, versturen, zenden, opsturen