Пихать in het nederlands

Vertaling: пихать, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
duw, tas, zak, drukknop, douwen, zet, stoten, dringen, bonzen, aanduwen, drang, knoop, schuiven, shove, duwtje, duwen
Пихать in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • алгоритм in het nederlands - algoritme, algoritme voor, algorithme
  • копка in het nederlands - het graven, graven, Digging, het graven van, te graven
  • лесовод in het nederlands - bosbouw, boomteelter, boomkweker
  • нумеровать in het nederlands - genummerd, genummerde, de genummerde
Willekeurige woorden
Пихать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: duw, tas, zak, drukknop, douwen, zet, stoten, dringen, bonzen, aanduwen, drang, knoop, schuiven, shove, duwtje, duwen