Снижаться in het nederlands
Vertaling: снижаться, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
herfst, druppel, vallen, spenderen, dalen, uitvallen, verteren, waas, afstammen, worden, neerhalen, komen, raken, storten, standhouden, drop, achteruitgang, verval, daling, daling van, afname
Verwante woorden
Vertalingen
- амбивалентность in het nederlands - tegenstrijdigheid, ambivalentie, dubbelzinnigheid, tweeslachtigheid, ambivalente
- закалить in het nederlands - harden, stalen, kruiden, aanpassen, stemming, afstemmen, gemoedsgesteldheid, ...
- надземный in het nederlands - bovengronds, boven het hoofd, boven, overhead, overheadkosten
- отчеканить in het nederlands - penning, pepermunt, geldstuk, overvloed, munt, kruizemunt, mint, ...
Willekeurige woorden
Снижаться in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: herfst, druppel, vallen, spenderen, dalen, uitvallen, verteren, waas, afstammen, worden, neerhalen, komen, raken, storten, standhouden, drop, achteruitgang, verval, daling, daling van, afname
Vertalingen: herfst, druppel, vallen, spenderen, dalen, uitvallen, verteren, waas, afstammen, worden, neerhalen, komen, raken, storten, standhouden, drop, achteruitgang, verval, daling, daling van, afname