Термин in het nederlands
Vertaling: термин, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
poos, vakterm, naamwoord, term, maal, datum, dadel, tijd, afspraak, naam, dactylus, uitdrukking, datering, benaming, dagtekening, keer, de voorwaarde, de term, het begrip, de uitdrukking, de looptijd
Verwante woorden
Vertalingen
- двучлен in het nederlands - binomium, binomiale, binomiaal, binominale, binomial
- изустный in het nederlands - oraal, mondeling, mond op mond, mond tot mond, van mond tot mond, mond tot mond reclame
- ионизировать in het nederlands - ioniseren, ionize, ionizeren, te ioniseren, ioniseren van
- напеть in het nederlands - zingen, sjilpen, bezingen, brommen, neuriën, gegons, gonzen, ...
Willekeurige woorden
Термин in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: poos, vakterm, naamwoord, term, maal, datum, dadel, tijd, afspraak, naam, dactylus, uitdrukking, datering, benaming, dagtekening, keer, de voorwaarde, de term, het begrip, de uitdrukking, de looptijd
Vertalingen: poos, vakterm, naamwoord, term, maal, datum, dadel, tijd, afspraak, naam, dactylus, uitdrukking, datering, benaming, dagtekening, keer, de voorwaarde, de term, het begrip, de uitdrukking, de looptijd