Уместить in het nederlands

Vertaling: уместить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
scheppen, aanmaken, opleveren, plaatsen, voortbrengen, doen, zitplaats, bips, behalen, bedrijven, bouwen, bril, plaats, laten, uitbrengen, uitrichten, passen, geschikt, past, te passen, fit
Уместить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • вешний in het nederlands - opwellen, voorjaar, lente, springveer, ontspringen, kwel, bron, ...
  • мешкать in het nederlands - aanhouden, verdagen, uitstellen, treuzelen, rondhangen, treuzel, dralen, ...
  • обрез in het nederlands - waterkant, oever, rand, walkant, kust, kant, band, ...
  • он in het nederlands - geacht, gezien, effect, gevoeligheid, waardevol, zin, gevoel, ...
Willekeurige woorden
Уместить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: scheppen, aanmaken, opleveren, plaatsen, voortbrengen, doen, zitplaats, bips, behalen, bedrijven, bouwen, bril, plaats, laten, uitbrengen, uitrichten, passen, geschikt, past, te passen, fit