Bič in het nederlands
Vertaling: bič, Woordenboek: slovaaks » nederlands
Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
geselen, zweep, doorroeren, roeren, wimper, omroeren, ransel, ranselt, whip, zweepje
Verwante woorden
Vertalingen
- bití in het nederlands - afstraffing, pak slaag, kloppend, slaan, kloppende
- bizarní in het nederlands - bizar, bizarre, vreemde
- blaho in het nederlands - welzijn, welvaart, het welzijn, welzijn van, het welzijn van
- blahobyt in het nederlands - welvarendheid, bloei, geluk, welvaart, welstand, voorspoed, welzijn, ...
Willekeurige woorden
Bič in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: geselen, zweep, doorroeren, roeren, wimper, omroeren, ransel, ranselt, whip, zweepje
Vertalingen: geselen, zweep, doorroeren, roeren, wimper, omroeren, ransel, ranselt, whip, zweepje