Jeseň in het nederlands
Vertaling: jeseň, Woordenboek: slovaaks » nederlands
Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
herfst, najaar, de herfst, autumn, het najaar
Verwante woorden
Vertalingen
- jenom in het nederlands - juist, precies, verlaten, pas, enig, louter, exact, ...
- jeseter in het nederlands - steur, Sturgeon, steuren, de steur, op steur
- jesť in het nederlands - vreten, nuttigen, eten, gebruiken, bikken, opeten, eet, ...
- jež in het nederlands - welk, hetwelk, die, welke, dat, wie, naar, ...
Willekeurige woorden
Jeseň in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: herfst, najaar, de herfst, autumn, het najaar
Vertalingen: herfst, najaar, de herfst, autumn, het najaar