Návštevník in het nederlands
Vertaling: návštevník, Woordenboek: slovaaks » nederlands
Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
logé, bezoeker, bezoekers, van bezoekers, bezoekersgegevens
Verwante woorden
Vertalingen
- návyk in het nederlands - hebbelijkheid, usance, aanwensel, gewoonte, gebruik, gewoonte om, rookgedrag, ...
- návšteva in het nederlands - opzoeken, afgaan, bezoek, bezoeken, visite, bezoekje, verblijven
- náznak in het nederlands - wenk, tip, toespeling, hint, vleugje
- názor in het nederlands - panorama, wedijver, prospect, vonnis, impressie, visie, gezichtsvermogen, ...
Willekeurige woorden
Návštevník in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: logé, bezoeker, bezoekers, van bezoekers, bezoekersgegevens
Vertalingen: logé, bezoeker, bezoekers, van bezoekers, bezoekersgegevens