Nútiť in het nederlands

Vertaling: nútiť, Woordenboek: slovaaks » nederlands

Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dringen, dwingen, aanduwen, doordrukken, opdringen, rukken, kracht, forceren, douwen, geweld, sterkte, noodzaken, stoten, geweldpleging, verplichten, tappen, werking, van kracht, geldende
Nútiť in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nížina in het nederlands - laagland, laagte, laaggelegen, het laagland, laaglandgorilla
  • nóbl in het nederlands - chique, chic, posh, elegant, elegante
  • o in het nederlands - plusminus, per, rondom, staande, omdat, tegen, ongeveer, ...
  • oba in het nederlands - beide, allebei, zowel, zowel de, beiden
Willekeurige woorden
Nútiť in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: dringen, dwingen, aanduwen, doordrukken, opdringen, rukken, kracht, forceren, douwen, geweld, sterkte, noodzaken, stoten, geweldpleging, verplichten, tappen, werking, van kracht, geldende