Pán in het nederlands

Vertaling: pán, Woordenboek: slovaaks » nederlands

Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
meester, aanvoerder, gentleman, vent, man, oorspronkelijk, rector, origineel, hoofd, lord, heer, apart, mensdom, directeur, mensheid, mens, Here, Lord, Heere
Pán in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • páliť in het nederlands - aanbranden, branden, brandwond, uitbranden, inbranden, verbranden
  • pálka in het nederlands - vleermuis, racket, geluid, ruis, lawaai, knuppel, BBT, ...
  • pánovitý in het nederlands - bazig, bazige, bossy
  • pápež in het nederlands - paus, Pope, de Paus
Willekeurige woorden
Pán in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: meester, aanvoerder, gentleman, vent, man, oorspronkelijk, rector, origineel, hoofd, lord, heer, apart, mensdom, directeur, mensheid, mens, Here, Lord, Heere