Prací in het nederlands

Vertaling: prací, Woordenboek: slovaaks » nederlands

Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
was, uitwassen, witten, wassen, wassing, wash, afwassen
Prací in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pracovní in het nederlands - werkend, werkzaam, werk-, werken, werkt
  • pracovník in het nederlands - personeelslid, bediende, werkman, werker, employé, proletariër, werknemer, ...
  • pragmatický in het nederlands - pragmatisch, pragmatische, praktische, een pragmatische, pragmatischer
  • prak in het nederlands - slinger, katapult, slingshot, een katapult
Willekeurige woorden
Prací in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: was, uitwassen, witten, wassen, wassing, wash, afwassen