Robiť in het nederlands

Vertaling: robiť, Woordenboek: slovaaks » nederlands

Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
betrachten, doen, beoefenen, inhalen, aanwenden, bouwen, laten, aanleggen, uitbrengen, maken, metselen, voortbrengen, opleveren, aanmaken, scheppen, uitoefenen, do, te doen, doen zijn, doet
Robiť in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • riziko in het nederlands - wagen, risico, nood, gewaagdheid, waagstuk, onraad, perikel, ...
  • robení in het nederlands - doen, doend, doet, het doen, te doen
  • robotník in het nederlands - werkkracht, proletariër, arbeider, werkman, werker, werkster, werknemer, ...
  • robustní in het nederlands - fors, krachtig, stevig, struis, potig, hecht, robuust, ...
Willekeurige woorden
Robiť in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: betrachten, doen, beoefenen, inhalen, aanwenden, bouwen, laten, aanleggen, uitbrengen, maken, metselen, voortbrengen, opleveren, aanmaken, scheppen, uitoefenen, do, te doen, doen zijn, doet