Rozdeliť in het nederlands

Vertaling: rozdeliť, Woordenboek: slovaaks » nederlands

Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verdelen, opsplitsen, afscheiden, scheuren, delen, kloven, schiften, scheiden, splitsen, afwateringsgebied, afzonderen, splijten, afbreken, doorklieven, klieven, spleet, split, splitsing
Rozdeliť in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • rozdelenie in het nederlands - uitreiking, verdeling, verspreiding, distributie, de distributie, spreiding
  • rozdelení in het nederlands - het delen van, delen, het delen, sharing, delen van
  • rozdeľovať in het nederlands - kloven, verdelen, delen, afscheiden, afzonderen, scheiden, opsplitsen, ...
  • rozdiel in het nederlands - redetwist, twistgesprek, verschil, kwestie, dispuut, onderscheid, tijdsverschil, ...
Willekeurige woorden
Rozdeliť in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: verdelen, opsplitsen, afscheiden, scheuren, delen, kloven, schiften, scheiden, splitsen, afwateringsgebied, afzonderen, splijten, afbreken, doorklieven, klieven, spleet, split, splitsing