Strih in het nederlands - Vertaling / Woordenboek slovaaks

strhovať in het nederlands - opwinden, prikkelen, aanwakkeren, instappen, met zich meespelen, in een trein laden, meevoeren, ...
strieľať in het nederlands - vuren, schieten, paffen, scheut, neerschieten, schiet, te schieten, ...
striktní in het nederlands - gestreng, wettisch, streng, strikt, strikte, strenge, een strikte
strkať in het nederlands - tas, stoten, drukknop, zak, bonzen, douwen, dringen, ...

Willekeurige woorden

aftekenen

boud

scheuren in het engels

sjah in het engels

tegelsteen in het engels

wachtpost in het engels

Strih in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: inkrimpen, snede, reduceren, zetten, verlagen, vereenvoudigen, verkleinen, maaien, kapsel, haircut, knipbeurt, haarsnit, surpluspercentage