Zarábať in het nederlands
Vertaling: zarábať, Woordenboek: slovaaks » nederlands
Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verdienste, baat, netwerk, winst, netto, belang, voordeel, net, zuiver, verdienen, te verdienen, verdien, verdient, earn
Verwante woorden
Vertalingen
- zarovnať in het nederlands - stadie, status, mate, vlak, egaliseren, plan, plat, ...
- zaručený in het nederlands - stellig, verzekerd, gewis, zeker, bepaald, vaststaand, vast, ...
- zaráta in het nederlands - verlies, deficit, tekort, vermissing, nadeel, schade, geteld, ...
- zarážka in het nederlands - stoppen, stop, tegenhouden, ophouden, halte
Willekeurige woorden
Zarábať in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: verdienste, baat, netwerk, winst, netto, belang, voordeel, net, zuiver, verdienen, te verdienen, verdien, verdient, earn
Vertalingen: verdienste, baat, netwerk, winst, netto, belang, voordeel, net, zuiver, verdienen, te verdienen, verdien, verdient, earn