Šéf in het nederlands

Vertaling: šéf, Woordenboek: sloveens » nederlands

Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opzichter, patroon, opperhoofd, gebieder, chef, hoofd, aanvoerder, baas, werkgever, boss, baas te
Šéf in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • šarlatán in het nederlands - wonderdokter, bedrieger, kwakzalver, charlatan, charlatans
  • šelest in het nederlands - ruisen, ritselen, geritsel, ruisend, ritselende
Willekeurige woorden
Šéf in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: opzichter, patroon, opperhoofd, gebieder, chef, hoofd, aanvoerder, baas, werkgever, boss, baas te