Šum in het nederlands

Vertaling: šum, Woordenboek: sloveens » nederlands

Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ophef, rumoer, lawaai, snorren, herrie, murmelen, ruis, leven, razen, brommen, gonzen, geluid, geluidsniveau
Šum in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • študentka in het nederlands - geleerde, wetenschapper, student, leerling, studenten
  • štáb in het nederlands - personeel, staf, faculteit, stabile, stabiele, stabiel, stabieler, ...
  • šunka in het nederlands - ham, Cham, de ham, ham van, van de ham
  • šáh in het nederlands - sjah, schaakspel, schaak, Schaken, Chess, het Schaak
Willekeurige woorden
Šum in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: ophef, rumoer, lawaai, snorren, herrie, murmelen, ruis, leven, razen, brommen, gonzen, geluid, geluidsniveau