Živ in het nederlands
Vertaling: živ, Woordenboek: sloveens » nederlands
Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
levendig, vief, wonen, opgewekt, leven, kwiek, standhouden, alarm, tierig, kras, waakzaam, levend, rap, huizen, wakker, druk, in leven, leeft
Verwante woorden
Vertalingen
- žito in het nederlands - rogge, granen, Grains, korrels, graangewassen, korrels van
- žití in het nederlands - voedsel, leven, levend, levendig, voeding, gaan, te gaan, ...
- žival in het nederlands - dierlijk, schepsel, woesteling, dier, zinnelijk, dieren, sensueel, ...
- živel in het nederlands - beginsel, element, bestanddeel, leefden, gewoond, geleefd, leefde, ...
Willekeurige woorden
Živ in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: levendig, vief, wonen, opgewekt, leven, kwiek, standhouden, alarm, tierig, kras, waakzaam, levend, rap, huizen, wakker, druk, in leven, leeft
Vertalingen: levendig, vief, wonen, opgewekt, leven, kwiek, standhouden, alarm, tierig, kras, waakzaam, levend, rap, huizen, wakker, druk, in leven, leeft