Bít in het nederlands

Vertaling: bít, Woordenboek: sloveens » nederlands

Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
samenleving, pulseren, houw, botsing, maatschappij, teisteren, vereniging, opvallen, gemeenschap, tel, inhalen, treffen, houwen, raken, aanvaring, ritme, bit, beetje, bits, beet op, stukje
Bít in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bát in het nederlands - beklemming, duchten, vrees, angst, beduchtheid, vrezen, benauwdheid, ...
  • báze in het nederlands - basis, grondslag, grondvlak, base, grond, grondtal, bases, ...
  • bóje in het nederlands - ton, boei, baken, boeien, Buoys, boeien van, De Boeien
  • bór in het nederlands - Bór
Willekeurige woorden
Bít in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: samenleving, pulseren, houw, botsing, maatschappij, teisteren, vereniging, opvallen, gemeenschap, tel, inhalen, treffen, houwen, raken, aanvaring, ritme, bit, beetje, bits, beet op, stukje