Bič in het nederlands

Vertaling: bič, Woordenboek: sloveens » nederlands

Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
geselen, doorroeren, omroeren, zweep, roeren, wimper, ransel, ranselt, whip, zweepje
Bič in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bizarní in het nederlands - bizar, bizarre, vreemde
  • bizon in het nederlands - bizon, Bison, bizons, bizon van, van de bizon
  • blagajna in het nederlands - contant, box, doos, vak, doos van, Kader
  • blagajnik in het nederlands - kashouder, penningmeester, kassier, muntmeester, schatbewaarder, Treasurer, de Penningmeester, ...
Willekeurige woorden
Bič in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: geselen, doorroeren, omroeren, zweep, roeren, wimper, ransel, ranselt, whip, zweepje