Blízko in het nederlands

Vertaling: blízko, Woordenboek: sloveens » nederlands

Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanliggend, komend, naast, ernaast, zowat, haast, hiernaast, aanstaand, bijna, schier, nabij, bijkans, daarnaast, welhaast, dichtbij, eerstvolgend, blizko
Blízko in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bláto in het nederlands - modder, drek, slib, sludge, van slib, zuiveringsslib
  • blázen in het nederlands - bezetene, zot, dwaas, gek, stommeling, domoor, domkop, ...
  • bob in het nederlands - loodje, het loodje, van het loodje, van Bob
  • bobek in het nederlands - lauwer, laurier, Bobek, Bobek met
Willekeurige woorden
Blízko in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: aanliggend, komend, naast, ernaast, zowat, haast, hiernaast, aanstaand, bijna, schier, nabij, bijkans, daarnaast, welhaast, dichtbij, eerstvolgend, blizko