Dvojí in het nederlands
Vertaling: dvojí, Woordenboek: sloveens » nederlands
Brontaal:
sloveens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
duplicaat, duplex, tweevoudig, dubbel, tweeledig, TWEE, TWO, BEIDE
Verwante woorden
Vertalingen
- dvojice in het nederlands - echtelieden, stel, duo, koppel, paar, echtpaar, stelletje, ...
- dvojka in het nederlands - twee
- dvom in het nederlands - dubben, twijfel, twijfelen, betwijfelen, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, ...
- dvomiti in het nederlands - twijfel, dubben, betwijfelen, twijfelen, vraag, kwestie, betrokken, ...
Willekeurige woorden
Dvojí in het nederlands - Woordenboek: sloveens » nederlands
Vertalingen: duplicaat, duplex, tweevoudig, dubbel, tweeledig, TWEE, TWO, BEIDE
Vertalingen: duplicaat, duplex, tweevoudig, dubbel, tweeledig, TWEE, TWO, BEIDE