Acoplar in het nederlands

Vertaling: acoplar, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tweetal, stelletje, duo, koppel, paar, echtelieden, echtpaar, stel, span, partner
Acoplar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • acoplado in het nederlands - oplegger, aanhangwagen, gepaard, gekoppeld, gekoppelde, combinatie, in combinatie
  • acoplamiento in het nederlands - grijpen, koppeling, bemachtigen, gehechtheid, aanhechting, beslag, beslaglegging, ...
  • acoplarse in het nederlands - stelletje, tweetal, echtpaar, duo, span, echtelieden, paar, ...
  • acorazado in het nederlands - slagschip, Battleship, Gevechtsschip, oorlogsschip, het Slagschip
Willekeurige woorden
Acoplar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: tweetal, stelletje, duo, koppel, paar, echtelieden, echtpaar, stel, span, partner