Construcción in het nederlands

Vertaling: construcción, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanbouw, structuur, gebouw, inrichting, samenstelling, constructie, bouw, perceel, bouwwerk, building, pand
Construcción in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • constituyente in het nederlands - bestanddeel, element, beginsel, constituerend, samenstellende, bestanddelen, constituerende
  • constreñir in het nederlands - aanduwen, forceren, sterkte, geweldpleging, tappen, dwingen, doordrukken, ...
  • constructor in het nederlands - bouwondernemer, aannemer, bouwer, constructeur, constructorfunctie
  • construir in het nederlands - maken, oprichten, inrichten, aanleggen, begrip, bouwen, construeren, ...
Willekeurige woorden
Construcción in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: aanbouw, structuur, gebouw, inrichting, samenstelling, constructie, bouw, perceel, bouwwerk, building, pand