Déficit in het nederlands

Vertaling: déficit, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
derven, deficit, gemis, gebrek, afwezigheid, kastekort, hongersnood, schaarste, ontberen, nood, ontbreken, tekort, behoefte, missen, euvel, tekortkoming, tekorten, tekort op, het tekort
Déficit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • década in het nederlands - decennium, tien jaar, tien, decennia
  • décimo in het nederlands - tiende, tien, tienden, de tiende, tienjarig
  • déspota in het nederlands - despoot, dwingeland, despot, alleenheerser, tiran
  • día in het nederlands - dag, dagen, de dag, daagse, dag van
Willekeurige woorden
Déficit in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: derven, deficit, gemis, gebrek, afwezigheid, kastekort, hongersnood, schaarste, ontberen, nood, ontbreken, tekort, behoefte, missen, euvel, tekortkoming, tekorten, tekort op, het tekort