Dueño in het nederlands

Vertaling: dueño, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
apart, origineel, grootmeester, baas, patroon, directeur, gebieder, meester, aanvoerder, chef, heer, rector, eigenaar, hoofd, opperhoofd, oorspronkelijk, bezitter, de eigenaar, verhuurder, eigenaar van
Dueño in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • duende in het nederlands - kobold, aardmannetje, luchtgeest, elf, kabouter, het Elf, het Elf van, ...
  • dueña in het nederlands - eigenaar, hospita, waardin, eigenares, eigenaresse, landlady
  • dulce in het nederlands - zachtaardig, murw, zacht, zachtzinnig, gematigd, zoel, bonbon, ...
  • dulcificar in het nederlands - verzoeten, vergulden, verzachten, vertederen, zoet maken
Willekeurige woorden
Dueño in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: apart, origineel, grootmeester, baas, patroon, directeur, gebieder, meester, aanvoerder, chef, heer, rector, eigenaar, hoofd, opperhoofd, oorspronkelijk, bezitter, de eigenaar, verhuurder, eigenaar van