Hacer in het nederlands

Vertaling: hacer, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
behalen, bedrijf, inhalen, uitoefenen, overbrengen, verwekken, bewegen, opleveren, aanmaken, executeren, beweging, reizen, aangrijpen, slag, actie, verplaatsen, doen, do, te doen, doen zijn, doet
Hacer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • habladuría in het nederlands - roep, befaamdheid, faam, reputatie, mare, gerucht, roem, ...
  • hablar in het nederlands - lezing, gesprek, spreekbeurt, spreken, zeggen, praten, conversatie, ...
  • hacerse in het nederlands - raken, wentelen, gaan, omkeren, omdraaien, lopen, genieten, ...
  • hacha in het nederlands - hakbijl, bijl, helikopter, ax, axe, as, de bijl
Willekeurige woorden
Hacer in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: behalen, bedrijf, inhalen, uitoefenen, overbrengen, verwekken, bewegen, opleveren, aanmaken, executeren, beweging, reizen, aangrijpen, slag, actie, verplaatsen, doen, do, te doen, doen zijn, doet