Inducir in het nederlands
Vertaling: inducir, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opruien, afleiden, besluiten, agiteren, concluderen, ophitsen, opstoken, overtuigen, induceren, veroorzaken, bewegen, te induceren, opwekken
Verwante woorden
Vertalingen
- indoloro in het nederlands - pijnloos, pijnloze
- inducción in het nederlands - inductie, de inductie, inductie van
- inductivo in het nederlands - inductief, inductieve, inductie, de inductieve, van inductieve
- indudable in het nederlands - ontwijfelbaar, onbetwistbaar, ontwijfelbare, onbetwistbare, onbetwijfelbare
Willekeurige woorden
Inducir in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: opruien, afleiden, besluiten, agiteren, concluderen, ophitsen, opstoken, overtuigen, induceren, veroorzaken, bewegen, te induceren, opwekken
Vertalingen: opruien, afleiden, besluiten, agiteren, concluderen, ophitsen, opstoken, overtuigen, induceren, veroorzaken, bewegen, te induceren, opwekken