Multiplicar in het nederlands
Vertaling: multiplicar, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
multipliceren, vermenigvuldigen, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Verwante woorden
Vertalingen
- multa in het nederlands - fraai, boete, net, knap, geldboete, kieskeurig, fijn, ...
- multiplicación in het nederlands - keer, maal, vermenigvuldiging, vermenigvuldigen, vermeerdering, vermenigvuldigingsfactor, de vermenigvuldiging
- multiplicarse in het nederlands - vermenigvuldigen, multipliceren, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
- multiplicidad in het nederlands - veelheid, veelvoud, multipliciteit, verscheidenheid, grote aantal
Willekeurige woorden
Multiplicar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: multipliceren, vermenigvuldigen, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Vertalingen: multipliceren, vermenigvuldigen, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd