Pausa in het nederlands
Vertaling: pausa, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bres, schorsing, doorbreken, stilte, rust, stukbreken, pauzeren, opening, breuk, schenden, verbreken, pauze, scheuren, onderbreking, afbreken, gaping, pause, pauzestand, onderbreken
Verwante woorden
Vertalingen
- patín in het nederlands - schaats, glijmiddel, hardloper, schaatsen, vleet, Skate, de Vleet
- patólogo in het nederlands - patholoog, lijkschouwer, patholoogoverhemden, pathologist
- pauta in het nederlands - schets, krabbel, zaak, plattegrond, bedenksel, standaardmaat, uitvinding, ...
- pavimento in het nederlands - trottoir, wegdek, plaveisel, stoep, voetpad, bestrating
Willekeurige woorden
Pausa in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: bres, schorsing, doorbreken, stilte, rust, stukbreken, pauzeren, opening, breuk, schenden, verbreken, pauze, scheuren, onderbreking, afbreken, gaping, pause, pauzestand, onderbreken
Vertalingen: bres, schorsing, doorbreken, stilte, rust, stukbreken, pauzeren, opening, breuk, schenden, verbreken, pauze, scheuren, onderbreking, afbreken, gaping, pause, pauzestand, onderbreken