Prevenir in het nederlands

prevención in het nederlands - vooringenomenheid, vooroordeel, het voorkomen, preventie, voorkomen, voorkoming, de preventie
prevenido in het nederlands - gereed, afgelopen, klaar, af, gewaarschuwd, waarschuwde, waarschuwden, ...
preventivo in het nederlands - preventieve, preventief, preventie, de preventieve, van preventieve
prever in het nederlands - verwachten, vooruitzien, voorzien, vooruitlopen, prejudiciëren, anticiperen, prognose, ...

Willekeurige woorden

enkelvoud

uitkammen

correct in het engels

delicaat in het engels

omgekeerd in het engels

Prevenir in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: waarschuwen, bereiden, aanmaken, verhoeden, voorkomen, verhinderen, beletten, klaarmaken, voorbereiden, te voorkomen, voorkomen dat