Rivalizar in het nederlands
Vertaling: rivalizar, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
meedingen, concurreren, wedijveren, te concurreren, concurrentie
Vertalingen
- rival in het nederlands - concurreren, concurrent, rivaal, mededinger, meedingen, wedijveren, rivaliserende, ...
- rivalidad in het nederlands - match, concurrent, concours, wedstrijd, twist, rivaal, concurrentie, ...
- rizado in het nederlands - gekruld, krullend, krullende, gekrulde, curly
- rizar in het nederlands - krimp, plooien, crimp, plooi, golfplaat
Willekeurige woorden
Rivalizar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: meedingen, concurreren, wedijveren, te concurreren, concurrentie
Vertalingen: meedingen, concurreren, wedijveren, te concurreren, concurrentie