Sazonar in het nederlands

savia in het nederlands - zot, malloot, schaapskop, sap, dwaas, stomkop, sufferd, ...
saxofón in het nederlands - saxofoon, Saxophone, de saxofoon, sax, van de saxofoon
sazón in het nederlands - smaakstof, kruiderij, het kruiden, kruiden, specerijen, smaakmaker
se in het nederlands - zelf, zichzelf, zich, vanzelf, zijn, bent, is, ...

Willekeurige woorden

administreren

amber

geborgen in het engels

ijzersmid in het engels

onbescheiden in het engels

Sazonar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: jaargetijde, afstemmen, seizoen, aanpassen, kruiden, adapteren, monteren, aanbrengen