Sobrevivir in het nederlands

Vertaling: sobrevivir, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doorleven, beleven, doormaken, standhouden, overleven, te overleven, kunnen overleven, overleef, overleeft
Sobrevivir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • sobretodo in het nederlands - overjas, jas, deklaag, overcoat, mantel
  • sobrevenir in het nederlands - toegaan, gebeuren, volgen, voortvloeien, ontstaan, voortvloeit, voortkomen
  • sobriedad in het nederlands - soberheid, nuchterheid, matigheid, gematigdheid, nuchter
  • sobrina in het nederlands - nicht, nichtje, nicht van, de nicht, nichtje van
Willekeurige woorden
Sobrevivir in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: doorleven, beleven, doormaken, standhouden, overleven, te overleven, kunnen overleven, overleef, overleeft