Tirar in het nederlands
Vertaling: tirar, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
klap, opgooien, slag, vissnoer, deuntje, geweldpleging, snoer, zog, ambacht, keilen, rukken, spoor, gooi, werk, worp, voetspoor, gooien, werpen, te gooien, werp
Verwante woorden
Vertalingen
- tirantez in het nederlands - voltage, spanning, gevoel van beklemming, dichtheid, beklemming, krapte, strakheid
- tiranía in het nederlands - alleenheerschappij, absolutisme, dictatuur, tirannie, de tirannie, tyrannie, dwingelandij, ...
- tiritar in het nederlands - trillen, beven, bibberen, rillen, huiveren, rilling, huivering
- tiro in het nederlands - ploeg, elftal, team, schot, gissing, equipe, shot, ...
Willekeurige woorden
Tirar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: klap, opgooien, slag, vissnoer, deuntje, geweldpleging, snoer, zog, ambacht, keilen, rukken, spoor, gooi, werk, worp, voetspoor, gooien, werpen, te gooien, werp
Vertalingen: klap, opgooien, slag, vissnoer, deuntje, geweldpleging, snoer, zog, ambacht, keilen, rukken, spoor, gooi, werk, worp, voetspoor, gooien, werpen, te gooien, werp