Titubear in het nederlands
Vertaling: titubear, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dubben, stamelen, aarzelen, aarzeling, weifelen, stotteren, schromen, wiebelen, flikkeren, wankelen, hakkelen, schoorvoeten, waggelen, zwichten, gerust, aarzel, contact, aarzelt
Verwante woorden
Vertalingen
- tirón in het nederlands - tappen, beletsel, rukken, plukken, schokken, afbreken, trekken, ...
- tisis in het nederlands - verbruik, consumptie, het verbruik, de consumptie, gebruik
- titular in het nederlands - foedraal, titelen, schede, houder, betitelen, graad, titel, ...
- titánico in het nederlands - titanisch, reusachtig, Titanic, kolossaal, titanische
Willekeurige woorden
Titubear in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: dubben, stamelen, aarzelen, aarzeling, weifelen, stotteren, schromen, wiebelen, flikkeren, wankelen, hakkelen, schoorvoeten, waggelen, zwichten, gerust, aarzel, contact, aarzelt
Vertalingen: dubben, stamelen, aarzelen, aarzeling, weifelen, stotteren, schromen, wiebelen, flikkeren, wankelen, hakkelen, schoorvoeten, waggelen, zwichten, gerust, aarzel, contact, aarzelt