Trampa in het nederlands
Vertaling: trampa, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
val, slimmigheid, muil, arglist, kunstgreep, afgrond, slag, list, opening, kneep, klem, bek, valstrik, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden
Verwante woorden
Vertalingen
- tramar in het nederlands - intrige, samenspanning, weven, machinatie, konkelarij, luik, broedsel, ...
- tramo in het nederlands - deling, baanvak, tak, vak, geleding, afdeling, divisie, ...
- trampolín in het nederlands - trampoline, trampoline voor, de trampoline, een trampoline
- tramposo in het nederlands - bocht, ploert, krommen, boef, ellendeling, misdadiger, curve, ...
Willekeurige woorden
Trampa in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: val, slimmigheid, muil, arglist, kunstgreep, afgrond, slag, list, opening, kneep, klem, bek, valstrik, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden
Vertalingen: val, slimmigheid, muil, arglist, kunstgreep, afgrond, slag, list, opening, kneep, klem, bek, valstrik, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden