Trivial in het nederlands

Vertaling: trivial, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:

spaans

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

triviaal, vulgair, klein, alledaags, onbenullig, banaal, afgezaagd, gewoontjes, nietszeggend, gering, plat, onbeduidend, triviale, onbelangrijk, onbelangrijke

Verwante woorden

triviaal in het spaans

vulgair in het spaans

klein in het spaans

alledaags in het spaans

onbenullig in het spaans

banaal in het spaans

afgezaagd in het spaans

gewoontjes in het spaans

nietszeggend in het spaans

gering in het spaans

plat in het spaans

Vertalingen

triunfar in het nederlands - victorie, zege, triomferen, zegepraal, overwinning, zegevieren, triomf, ...
triunfo in het nederlands - triomf, zege, triomferen, zegepraal, troef, zegevieren, victorie, ...
trivialidad in het nederlands - nietszeggend, plat, gewoontjes, alledaags, banaal, afgezaagd, onbeduidendheid, ...
triángulo in het nederlands - triangel, driehoek, driehoekje, triangle

Willekeurige woorden

fermenteren in het engels

vergemakkelijken in het engels

Trivial in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: triviaal, vulgair, klein, alledaags, onbenullig, banaal, afgezaagd, gewoontjes, nietszeggend, gering, plat, onbeduidend, triviale, onbelangrijk, onbelangrijke