Vestir in het nederlands
Vertaling: vestir, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanhebben, dragen, tenue, kledingstuk, brengen, voorhebben, voeren, ophebben, kleding, jurk, dress, jurkje, kleden
Verwante woorden
Vertalingen
- vestido in het nederlands - dragen, klederdracht, kostuum, brengen, schikken, pak, aanhebben, ...
- vestigio in het nederlands - afdruk, aftekenen, uittekenen, overblijfsel, trekken, voetspoor, afbakenen, ...
- vestíbulo in het nederlands - wachtkamer, hal, gang, lobby, foyer, ontvangsthal, de lobby, ...
- vesícula in het nederlands - blaasje, blaar, vesikel, vesicle, vesicles, blaasjes
Willekeurige woorden
Vestir in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: aanhebben, dragen, tenue, kledingstuk, brengen, voorhebben, voeren, ophebben, kleding, jurk, dress, jurkje, kleden
Vertalingen: aanhebben, dragen, tenue, kledingstuk, brengen, voorhebben, voeren, ophebben, kleding, jurk, dress, jurkje, kleden