Úřad in het nederlands
Vertaling: úřad, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
functie, bevoegdheid, ligging, doelstelling, betrekking, wijze, werkkring, gezag, baan, plank, volmacht, trant, honk, ambt, verschiet, branche, kantoor, bureau, office, zetel
Verwante woorden
Vertalingen
- účtovat in het nederlands - scenario, rekening, factureren, aanvragen, bestellen, factuur, nota, ...
- účtování in het nederlands - facturering, facturatie, billing, factureren, factuurgegevens
- úřadovna in het nederlands - betrekking, werkkring, wijze, bureau, bureel, kantoor, ambt, ...
- úřední in het nederlands - ambtenaar, beambte, ambtelijk, officieel, officiële, de officiële, officiele
Willekeurige woorden
Úřad in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: functie, bevoegdheid, ligging, doelstelling, betrekking, wijze, werkkring, gezag, baan, plank, volmacht, trant, honk, ambt, verschiet, branche, kantoor, bureau, office, zetel
Vertalingen: functie, bevoegdheid, ligging, doelstelling, betrekking, wijze, werkkring, gezag, baan, plank, volmacht, trant, honk, ambt, verschiet, branche, kantoor, bureau, office, zetel